E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ3127
LJN BQ3127, Gerechtshof Amsterdam, 200.081.455/01 GDW

Inhoudsindicatie:

Het BFT verwijt de gerechtsdeurwaarders dat zij een bewaringstekort hebben laten ontstaan en dat zij dat tekort – in strijd met artikel 19 lid 3 Gdw – niet terstond hebben aangevuld. Het hof ziet geen aanleiding anders te oordelen dan de kamer inzake de gegrondheid van de inhoud van de klacht. Met betrekking tot de door de kamer aan hen opgelegde maatregel overweegt het hof als volgt. Het hof rekent het de gerechtsdeurwaarders zwaar aan dat zij op deze wijze hun kantoor hebben gevoerd. De gerechtsdeurwaarders hebben willens en wetens de gelden van derden – die niet aan hen toebehoorden – aangewend ten behoeve van de eigen bedrijfsvoering, hetgeen een groot risico op benadeling van die derden met zich bracht. Dat betekent dat de rechten van de crediteuren van de kwaliteitsrekening door het handelen van de gerechtsdeurwaarders aangetast hadden kunnen zijn. Een dergelijk gevolg van het handelen van een gerechtsdeurwaarder is maatschappelijk onaanvaardbaar.

Gezien de aanmerkelijke omvang van het – structurele – bewaringstekort en de wijze waarop de gerechtsdeurwaarders hiermee zijn omgegaan, is het hof van oordeel dat de maatregel van ontzetting uit het ambt passend en geboden is. Het hof bekrachtigt de bestreden beslissing.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie